Studiedag Aramese taal – 21 december 2002

De mogelijkheid tot het onderwijzen van de Aramese taal in het basisonderwijs in Nederland, is de resultante geweest van de inzet (meer dan 10 jaar geleden) van de Suryoye Aramese Federatie Nederland (SAFN) door middel van haar speciaal hiervoor ingestelde “lerarencomité”. Dit comité heeft het voor elkaar gekregen dat de Aramese kinderen in het basisonderwijs de mogelijkheid kregen om les in de Aramese taal te volgen. Zodoende wordt tot op de dag van vandaag de Aramese taal op meerdere basisscholen waar veel Aramese kinderen zijn, onderwezen.
Zoals menigeen wellicht bekend is, is het kabinet voornemens om het onderwijzen in allochtone talen (dus ook het Aramees) op het basisonderwijs vanaf 2004 af te schaffen.

Derhalve heeft Platform Aram op 21 december 2002 een studiedag georganiseerd om de afschaffing van de Aramese taal op het basisonderwijs te bestuderen.

Voor deze studiedag zijn verschillende sprekers uitgenodigd om voorlichting te geven over het voornemen van dit kabinet.

Het programma van deze dag zag er als volg uit:
12.30 uur: Ontvangst.
13.00 uur: Opening door de voorzitter van Platform Aram (Aziz Aygur)
13:15 uur: Korte inleiding door de dagvoorzitter (Aydin Tunc)
13:30 uur: Participatie Migrantenwerk (Abderraouf Bezdi)
13:45 uur: Directrice bassischool De Windroos (Mariële Wesselink)
14:00 uur: Docent Aramese lessen (Yakup Alan)
14:15 uur: Suryoyo Aramese Federatie Nederland (Isa Kahraman)
14:30 uur: Lunch
15:00 uur: Forum
16:00 uur: Sluiting door de dagvoorzitter
16:05 uur: Informeel gedeelte

De aanwezigen konden, onder genot van een kopje koffie, voor aanvang van de studiedag, zich even onder de sprekers begeven.
Waarna de opening van deze dag volgde door de voorzitter van Platform Aram (Aziz Aygur) die alle aanwezigen van harte welkom heette.
Vervolgens gaf de dagvoorzitter aan hoe het programma voor deze middag er uit zag.

De eerste gastspreker van de middag was Abderraouf Bezdi van Bureau Migranten Werk in Enschede. Hij heeft een algemeen pleidooi gehouden over integratie en participatie in de Nederlandse maatschappij. Indien naar de huidige situatie gekeken wordt kan men vaststellen dat er verharding van de maatschappij is opgetreden en dat deze minder tolerantie is, dit mede door de aanslagen van 11 september in Amerika, de economische malaise en opvattingen zoals die van Pim Fortuiyn. De bedreigingen van deze “verharding” van de maatschappij is`, dat de kloof tussen autochtonen en allochtonen groter wordt waardoor de achterstand die er is, blijft.

De tweede gastspreker van de middag was mevrouw Mariële Wesselink directrice van basisschool De Windroos in Enschede. Zij vertelde onder meer dat taalondersteuning een belangrijk punt is in het basisonderwijs. Taalondersteuning draagt ertoe bij dat de kinderen meer erkenning en zelfvertrouwen krijgen.

In augustus 2002 zijn de kwalificatie-eisen omtrent het onderwijzen in allochtone talen aangescherpt omdat de uitvoering van OALT (Opleidingen Allochtone Levende Talen) weerbarstig bleek te zijn. Een categorie OALT-leerkrachten beheerste de Nederlandse taal nog onvoldoende, waardoor de kwaliteit van OALT niet gewaarborgd kon worden.
Derhalve moeten de docenten over diverse specifieke certificaten/papieren beschikken om te mogen onderwijzen. De scholen moeten dit ondersteunen.
Tot 1 augustus werd hier wat soepeler mee omgegaan maar vanaf 1 augustus 2004 moeten de leerkrachten in ieder geval over de nodige papieren beschikken.

Een idee die de scholen hebben is, om eventueel een taalschool op te zetten na schooltijd in Enschede, indien het onderwijs in de Aramese taal afgeschaft wordt.
De leerkrachten die onderwijzen in allochtone talen zouden per 1 augustus 2004 zonder werk komen te zitten. Op 1 februari zal een gesprek met de OALT- leerkrachten plaatsvinden met wat zij verder gaan doen.

Gastspreker 3 (Yakup Alan) geeft Aramese les op een basisschool in de wijk wesselerbrink waar 1/3 deel van de kinderen van Aramese komaf is.

De huidige OALT-wet zoals we die kennen is enerzijds gericht op het leren van de moedertaal en daardoor contact houden met de eigen cultuur. Uitgangspunt daarbij is dat kennis van de eigen cultuur de integratie en participatie in de Nederlandse samenleving bevordert. Daarnaast biedt de OALT-wet gemeenten de mogelijkheid om OALT-middelen in te zetten voor taalbeleid in het kader van het Gemeentelijk Onderwijs Achterstandenbeleid (GOA).

Voor het kabinet hebben lessen in buitenlandse talen geen prioriteit, omdat zij van mening zijn dat, door het leren van deze talen, intergratie in de weg wordt gestaan. Dit levert de leerlingen een achterstand op. Volgens de heer Alan spreken de Aramese kinderen heel goed Aramees en juist door het onderwijzen in eigen taal wordt de intergratie bevorderd.

Onze laatste gastspreker van de middag was de secretaris van de Suryoye Aramese Federatie Nederland (SAFN). Hij zegt dat de kinderen van nu erg goed Nederlands kunnen spreken. Het goed laten spreken van Nederlands begint van huis uit. Het is van groot belang voor ons in deze maatschappij om goed Nederlands te spreken. De Arameeërs zijn goed geïntegreerd in Nederland en spreken ook goed Nederlands en lopen geen achterstand. Het geven van Aramese lessen op basisscholen gebeurt onder toezicht. Indien dit niet gebeurt op de scholen zal dit elders gebeuren (kerken en moskeen) waar geen toezicht is. Dit werkt niet integratiebevorderend.

Tijdens het forum werden vragen gesteld aan de sprekers van de middag.
De scholen hebben goede contacten met de OALT-leerkrachten. Ze zijn blij met het werk dat door hen verricht wordt; zij zetten zich in om de leerachterstand weg te werken. Echter niet alle scholen voelen er voor om gebruik te maken van de OALT-leerkrachten vanwege de grote investeringen dat het met zich mee brengt.
De scholen willen duidelijkheid van de overheid. De laatste tijd zijn er veel veranderingen geweest in de wetgeving. Het belang van het onderwijzen in de eigen taal wordt weldegelijk onderkend.
Uitgangspunt van de overheid is dat het onderwijzen in de eigen taal de integratie belemmert. Dit is alleen maar sterker geworden sinds de aanslagen van 11 september.

Volgens één van de aanwezigen wil de overheid de allochtonen assimileren. Integratiebelemmering vindt plaats bij ouderen, niet bij kinderen. Volgens Dhr. Bezdi is er een studie gedaan in Canada. Deze studie heeft uitgewezen dat onderwijzen in de eigen taal de integratie bevordert.

Op de vraag of de taal de schoolprestaties belemmert, is geantwoord dat kinderen, in het algemeen, problemen hebben met het begrijpend lezen. Kinderen van allochtone afkomst hebben dit sterker. Hier kan aan gewerkt worden door onder ander de ouders vaker hun kinderen voor te lezen. Allochtone ouders doet dit niet of in mindere mate.

Het beleid van de overheid is te beïnvloeden door de gemeenten. De onderwijsinstelling op zichzelf kan weinig invloed uitoefenen op het beleid. Slechts indirect (via de onderwijsbonden) kunnen de onderwijsinstellingen invloed op het beleid uitoefenen.
Wat de ouders en instellingen (verenigingen etc.) kunnen doen, is onder andere acties voeren (bijv. een handtekeningenactie). Daarnaast dienen de verenigingen na te denken of dit voldoende is. De CNV (onderwijsbond) heeft ook acties ondernomen tegen de voorgenomen afschaffing van onderwijs in allochtone talen door duizenden handtekeningen te verzamelen en deze samen met een petitie te overhandigen aan de overheid.
Balkenende, Zalm en Herben hebben bij het regeer-accoord beslist over de afschaffing. Het is de vraag of dit drietal weet wat OALT inhoud.

Indien OALT definitief zou worden afgeschaft dan zou hier een taak voor de SAFN weggelegd worden om zelf een oplossing aan te dragen om Aramese lessen te gaan verzorgen. De grootste struikelblok hierbij zijn de middelen. De Aramese docenten zijn eventueel bereid, om ook na afschaffing van OALT, Aramese lessen te verzorgen.

Na dit forum en het informele gedeelte sluit de dagvoorzitter deze middag. Hij bedankt alle mensen die op deze middag aanwezig waren.
Het afwachten is wat het definitieve besluit van de overheid is inzake OALT.