De mogelijkheid tot het onderwijzen van de Aramese taal in het basisonderwijs in Nederland, is de resultante geweest van de inzet (meer dan 10 jaar geleden) van de Suryoye Aramese Federatie Nederland (SAFN) door middel van haar speciaal hiervoor ingestelde “lerarencomité”. Dit comité heeft het voor elkaar gekregen dat de Aramese kinderen in het basisonderwijs de mogelijkheid kregen om les in de Aramese taal te volgen. Zodoende wordt tot op de dag van vandaag de Aramese taal op meerdere basisscholen waar veel Aramese kinderen zijn, onderwezen. Zoals menigeen wellicht bekend is, is het kabinet voornemens om het onderwijzen in allochtone talen (dus ook het Aramees) op het basisonderwijs vanaf 2004 af te schaffen. Derhalve heeft Platform Aram op 21 december 2002 een studiedag georganiseerd om de afschaffing van de Aramese taal op het basisonderwijs te bestuderen. Voor deze studiedag zijn verschillende sprekers uitgenodigd om voorlichting te geven over het voornemen van dit kabinet. Het programma van deze dag zag er als volg uit: De aanwezigen konden, onder genot van een kopje koffie, voor aanvang van de studiedag, zich even onder de sprekers begeven. De eerste gastspreker van de middag was Abderraouf Bezdi van Bureau Migranten Werk in Enschede. Hij heeft een algemeen pleidooi gehouden over integratie en participatie in de Nederlandse maatschappij. Indien naar de huidige situatie gekeken wordt kan men vaststellen dat er verharding van de maatschappij is opgetreden en dat deze minder tolerantie is, dit mede door de aanslagen van 11 september in Amerika, de economische malaise en opvattingen zoals die van Pim Fortuiyn. De bedreigingen van deze “verharding” van de maatschappij is`, dat de kloof tussen autochtonen en allochtonen groter wordt waardoor de achterstand die er is, blijft. De tweede gastspreker van de middag was mevrouw Mariële Wesselink directrice van basisschool De Windroos in Enschede. Zij vertelde onder meer dat taalondersteuning een belangrijk punt is in het basisonderwijs. Taalondersteuning draagt ertoe bij dat de kinderen meer erkenning en zelfvertrouwen krijgen. In augustus 2002 zijn de kwalificatie-eisen omtrent het onderwijzen in allochtone talen aangescherpt omdat de uitvoering van OALT (Opleidingen Allochtone Levende Talen) weerbarstig bleek te zijn. Een categorie OALT-leerkrachten beheerste de Nederlandse taal nog onvoldoende, waardoor de kwaliteit van OALT niet gewaarborgd kon worden. Een idee die de scholen hebben is, om eventueel een taalschool op te zetten na schooltijd in Enschede, indien het onderwijs in de Aramese taal afgeschaft wordt. Gastspreker 3 (Yakup Alan) geeft Aramese les op een basisschool in de wijk wesselerbrink waar 1/3 deel van de kinderen van Aramese komaf is. De huidige OALT-wet zoals we die kennen is enerzijds gericht op het leren van de moedertaal en daardoor contact houden met de eigen cultuur. Uitgangspunt daarbij is dat kennis van de eigen cultuur de integratie en participatie in de Nederlandse samenleving bevordert. Daarnaast biedt de OALT-wet gemeenten de mogelijkheid om OALT-middelen in te zetten voor taalbeleid in het kader van het Gemeentelijk Onderwijs Achterstandenbeleid (GOA). Voor het kabinet hebben lessen in buitenlandse talen geen prioriteit, omdat zij van mening zijn dat, door het leren van deze talen, intergratie in de weg wordt gestaan. Dit levert de leerlingen een achterstand op. Volgens de heer Alan spreken de Aramese kinderen heel goed Aramees en juist door het onderwijzen in eigen taal wordt de intergratie bevorderd. Onze laatste gastspreker van de middag was de secretaris van de Suryoye Aramese Federatie Nederland (SAFN). Hij zegt dat de kinderen van nu erg goed Nederlands kunnen spreken. Het goed laten spreken van Nederlands begint van huis uit. Het is van groot belang voor ons in deze maatschappij om goed Nederlands te spreken. De Arameeërs zijn goed geïntegreerd in Nederland en spreken ook goed Nederlands en lopen geen achterstand. Het geven van Aramese lessen op basisscholen gebeurt onder toezicht. Indien dit niet gebeurt op de scholen zal dit elders gebeuren (kerken en moskeen) waar geen toezicht is. Dit werkt niet integratiebevorderend. Tijdens het forum werden vragen gesteld aan de sprekers van de middag. Volgens één van de aanwezigen wil de overheid de allochtonen assimileren. Integratiebelemmering vindt plaats bij ouderen, niet bij kinderen. Volgens Dhr. Bezdi is er een studie gedaan in Canada. Deze studie heeft uitgewezen dat onderwijzen in de eigen taal de integratie bevordert. Op de vraag of de taal de schoolprestaties belemmert, is geantwoord dat kinderen, in het algemeen, problemen hebben met het begrijpend lezen. Kinderen van allochtone afkomst hebben dit sterker. Hier kan aan gewerkt worden door onder ander de ouders vaker hun kinderen voor te lezen. Allochtone ouders doet dit niet of in mindere mate. Het beleid van de overheid is te beïnvloeden door de gemeenten. De onderwijsinstelling op zichzelf kan weinig invloed uitoefenen op het beleid. Slechts indirect (via de onderwijsbonden) kunnen de onderwijsinstellingen invloed op het beleid uitoefenen. Indien OALT definitief zou worden afgeschaft dan zou hier een taak voor de SAFN weggelegd worden om zelf een oplossing aan te dragen om Aramese lessen te gaan verzorgen. De grootste struikelblok hierbij zijn de middelen. De Aramese docenten zijn eventueel bereid, om ook na afschaffing van OALT, Aramese lessen te verzorgen. Na dit forum en het informele gedeelte sluit de dagvoorzitter deze middag. Hij bedankt alle mensen die op deze middag aanwezig waren. |